Een casus…

Een huurder huurt van een verhuurder een zelfstandige (en geliberaliseerde) woning voor een huurprijs van € 1.800,- per maand.
In de huurovereenkomst is het navolgende vastgelegd: ‘indien de huurder in gebreke blijft met betaling van de huurprijs, verplicht hij zich een boete van 25% van de overeengekomen huurprijs te betalen’.

De huurder blijft in gebreke met tijdig betalen van de huurprijs.
Er ontstaat een huurachterstand.
De verhuurder doet een beroep op de overeengekomen clausule en vordert de verschuldigde boete.

Is deze clausule rechtsgeldig?

Het antwoord is: Ja.
Het boetebeding houdt geen verband met het tot stand komen van de huurovereenkomst.
Uitleg: Aangezien het huidige beding geen verband houdt met het tot stand komen van de huurovereenkomst, maar betrekking heet op de huurprijs, is dit beding geldig.
Ondanks dat er in de wet staat (7:264BW): Elk in verband met de totstandkoming van een huurovereenkomst betreffende woonruimte gemaakt beding, niet de huurprijs betreffende, voor zover daarbij ten behoeve van een der partijen een niet redelijk voordeel wordt overeengekomen is nietig.

Uiteraard zijn wij benieuwd naar uw mening.
Heeft u iets aan deze informatie? Zou u het waarderen als we vaker een casus voorleggen?
We vernemen het graag.

Deel dit bericht